Inspiratietrip rondom passend onderwijs

Bestuurlijke ontwikkeling rondom passend onderwijs

Schoolbesturen hebben vaak tegenstrijdige belangen. In die gevallen treedt vaak wrijving op in het ingezette en het uitgevoerde beleid. Het samenwerkingsverband Schiedam Vlaardingen Maassluis, Onderwijs Dat Past (ODP) heeft daarom gekozen voor een nieuwe bestuurlijke inrichting en werkt het aan een nieuwe onderwijsvisie.

“We zijn een stichting met een onafhankelijke voorzitter gecontroleerd door een onafhankelijke Raad van Toezicht en er is geregeld en structureel overleg met de bestuurders, die in een deelnemersraad zitting nemen, om de knelpunten die er zijn te bespreken en om mij te adviseren”, zegt directeur-bestuurder Marianne van Kalmthout over deze manier van werken die per 2014 is ingegaan. Daarmee probeert het samenwerkingsverband vroegtijdig eventuele beleidsbotsingen te signaleren. “We kwamen tot de ontdekking dat het onderwijs zoals het samenwerkingsverband toen georganiseerd was op sommige punten knelde met passend onderwijs”, en dat zag Van Kalmthout als aanleiding om deze bestuurlijke opzet voor te stellen aan de schoolbesturen.

“Als kinderen het niet aankunnen om goed in een groep te participeren, de insteek is om kinderen toch aan elkaar te connecten en elkaar te leren kennen.”

– Marianne van Kalmthout

De leerlingenpopulatie in het speciaal (basis)onderwijs neemt toe in de regio, waarmee de problematiek van deze leerlingen steeds meer de orde in het reguliere onderwijs begint te bepalen en andersom. Ook het regulier onderwijs ervaart overigens een verzwaring van de leerlingpopulatie. “Dat maakt het werk zwaarder voor leraren. We hebben ons de vraag gesteld of we zo door moeten gaan of dat we het anders aan moeten gaan pakken”, aldus Van Kalmthout.

 

Rol van het speciaal (basis)onderwijs

Het samenwerkingsverband is bijeenkomsten gaan organiseren om het onderwijs anders vorm te geven. Ook is een studiereis georganiseerd naar het Oostenrijkse Graz. Dat heeft inspiratie gegeven om tot een nieuwe vorm van onderwijs te komen in de regio. “Ze kennen in Graz geen differentiatie tussen het so en het sbo. Daar werden we nieuwsgierig naar”, legt Van Kalmthout uit. “Met de opgedane kennis zijn we nu aan het onderzoeken of en in hoeverre wij inclusief onderwijs zouden kunnen aanbieden.”

Het aftasten wat er zou kunnen is begonnen met de schoolbesturen die de deelnemersraad vormen, de gemeenten zijn er nog niet in betrokken. De besturen die mee zijn gegaan op inspiratiereis hebben ook enkele directeuren meegenomen. “Directeuren waren soms sceptisch”, heeft Van Kalmthout ervaren. “Ze hadden de overtuiging niet alle leerlingen in een onderwijsplaats te kunnen opvangen. ‘Er blijven altijd kinderen die aparte onderwijsplaatsen nodig hebben’ en ‘doen we het nu zo slecht in het onderwijs?’, redeneerde ze. Maar die gedachtegang is veranderd. Elk kind hoort erbij, er is steeds meer een visie ontstaan dat de school een kleine maatschappij op zich is waarin de kinderen kunnen oefenen voor de grote maatschappij.”

 

Elk kind hoort erbij

Inmiddels is in het samenwerkingsverband Onderwijs Dat Past (ODP) een conceptvisiestuk geschreven met de titel ‘Elk kind hoort erbij’. Van Kalmthout: “Na de reis zijn de schoolbesturen vaker bij elkaar gekomen. Zij hebben aan elkaar uitgesproken dat het onderwijs daar waar het kan georganiseerd zou kunnen worden in reguliere scholen. In het visiestuk wordt vervolgens uiteengezet hoe er wordt omgegaan met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften die lastig in grotere groepen gedijden.” Als alle besturen akkoord zijn en het visiestuk hebben ondertekend wordt het beleid vastgelegd in het nieuwe ondersteuningsplan. Dan zal het in de praktijk uitgewerkt worden.

De uitgangspunten kunnen zijn dat er geen enkel kind wordt uitgesloten en dat geen enkel kind de wijk uit hoeft om onderwijs te krijgen. Van Kalmthout zag in Graz dat de leraren het als de maatschappelijke opdracht van het onderwijs zagen om zo inclusief mogelijk onderwijs te bieden. “In principe zou elke leerling in de wijk waar hij of zij woont ook naar school moeten gaan. Dat betekent dat als kinderen het niet aankunnen om in een groep te participeren, de insteek is om kinderen toch aan elkaar te connecten en elkaar te leren kennen. De school moet een kleine samenleving op zich zijn.” Concreet gaan deze leerlingen wel gezamenlijk met een klas activiteiten organiseren, of ze zitten tien minuten in de groep en hebben daarna een eigen programma en ze komen elkaar tegen op het schoolplein.

Het is prettig als kinderen op school de ruimte krijgen om buiten te spelen. Vaak zitten leerlingen erg dicht ‘op elkaar’ in Nederland. “In Graz zijn minder leerlingen met lastig gedrag in de klas, omdat zij op school letterlijk meer ruimte hebben dan leerlingen hier”, zegt Van Kalmthout. Haar voornemen is om op termijn samen met de schoolbesturen en gemeenten te gaan kijken naar de mogelijkheden om meer ruimte te scheppen.

Het toekomstige visiedocument zal geen directe kopie uit Oostenrijk worden, maar zal daar wel op geïnspireerd zijn. Op bepaalde punten is het ook niet mogelijk om een-op-een vergelijking te maken volgens Van Kalmthout. “In Oostenrijk is het onderwijs landelijk georganiseerd. Leerkrachten worden er ‘van bovenaf’ geplaatst, terwijl het Nederlandse onderwijs juist lumpsumgericht is georganiseerd. Schoolbesturen richten het onderwijs zelf in en hebben niet bij de zesentwintigste leerling automatisch een splitsing van de groep.”

Zes van de 9 besturen in het samenwerkingsverband zijn meegereisd naar Graz en geïnspireerd geraakt. De andere besturen worden nu meegenomen. Van Kalmthout: “Een eenduidige uitleg over inclusief onderwijs en wat daarbij mogelijk is wordt besproken. Als we met tien mensen praten over inclusief onderwijs, dan zijn er tien verschillende meningen over wat dat moet zijn. We hebben nu inspiratie om dichter bij elkaar te komen, elkaar meer te gaan vertrouwen en ook het vertrouwen te krijgen dat we de dingen samen anders kunnen organiseren.”

 

Gelukkige leerlingen

Het is volgens de plannen in Schiedam, Vlaardingen en Maassluis wenselijk als het persoonsgebonden budget (pgb) van leerlingen meegaat met de ondersteuning van de leerling. Nu mogen ouders zelf bepalen hoe het budget wordt besteed. “Maar de pgb’er zou bijvoorbeeld goed bij de groep betrokken kunnen zijn”, vindt Van Kalmthout. “Professionals kunnen elkaar daar versterken. De valkuil zou kunnen zijn dat leerlingen teveel betutteld worden, we moeten ze wel blijven opleiden tot zelfstandige mensen. Ook in Graz erkennen ze dat en hebben daar extra aandacht voor.”

Als de visie met de besturen is uitgewerkt, ontstaat de stap om met gemeenten in gesprek te gaan. “De samenwerking met gemeenten is bij ons goed. Er zitten gezinsspecialisten in de ondersteuningsteams”, zegt Van Kalmthout. “We proberen de ondersteuning in en om de school beter en duidelijker te krijgen, en zo ook de samenwerking met wijkteams. We willen alle zorg dichter bij scholen en leerlingen brengen.”

Bij de eventuele ontwikkeling naar meer inclusief onderwijs mag de expertise en mankracht uit het so en het sbo niet verloren gaan. “We onderzoeken nog welke rol het so en het sbo binnen het samenwerkingsverband hebben? Wat is er nodig om kinderen in de wijk te houden en de ondersteuning te bieden die nodig is? En daar waar het toch nodig is om elders vaardigheden aan te leren, hoe kunnen we dat zo dicht mogelijk bij huis doen en op zo’n manier dat leerlingen van elkaar leren? Daar betrekken we ook de ouders bij.”

 

“Het is belangrijk dat leerlingen en ouders zich echt welkom voelen in het pedagogisch klimaat”, stelt Van Kalmtout. “Zo sprak ik in Graz met een vluchteling-leerling, zij wil in de eigen school blijven ondanks dat haar moeder vanwege een nieuwe relatie wil verhuizen. Ze wilde blijven omdat ze zich zo welkom voelde en reist nu elke dag anderhalf uur naar haar geliefde school. Zo moet het zijn.”

Natuurlijk zijn goede resultaten belangrijk. Maar voor Van Kalmthout staat voorop dat de leerlingen zich kunnen ontwikkelen en tot gelukkige, zelfstandige mensen worden opgeleid. Daarbij spelen ook leraren een rol. “Er waren ook kritische leraren die zich afvroegen of we het goed doen. Misschien gaan we nog wel terug naar Graz met leraren en de gemeenten om hen ook te inspireren. De zorg bij de visie betrekken is het volgende station.”

 

Dit artikel werd gepubliceerd in PO Magazine, september 2017.