De Dorstse bossen vormen dit voorjaar weer het decor van het project ‘Het Bewaarde Land’, waar kinderen van verschillende basisscholen in de buurt de bosrijke natuur beleven. Zij ondervinden in aan den lijve wat er allemaal te vinden is en wat voor schatten zich de vrije natuur schuil houden. “Jullie geloven het niet, maar dit beestje is over een tijdje echt een lieveheersbeestje”, zegt een van de begeleiders over een gevonden beestje.

“De leerlingen maken kennis met de natuur op een speelse manier”, legt projectleider Marc Vromans uit. Vrouwtje Fleur staat centraal voor de leerlingen. “Dit is een kruidenvrouwtje, waarmee de kinderen allerlei eetbare kruiden gaan plukken, zoals brandnetels. Vrouwtje Fleur maakt soep van alle geplukte ingrediënten.” Vrouwtje Fleur heeft ook enkele zogenoemde wachters. Groepjes kinderen gaan onder begeleiding van zo’n wachter het bos in. Elke wachter is gekoppeld aan een der elementen, dus lucht, water, vuur en aarde. De klassen gaan in totaal drie dagen op ontdekking in het bos.

De eerste dag gaan zij op zoek naar sporen van dieren en gaan ze luisteren naar geluiden van vogels. Ook moeten ze iets zoeken dat ze niet kennen, daarna gaan ze dat leren kennen. De wachters hebben een tas met handig gereedschap, bijvoorbeeld een vergrootglas of een ontdekkingspotje. Ook kleine dingen kunnen daarmee worden ontdekt. De tweede dag leren de leerlingen over de aanwezige bomen, eik, beuk, berk en den. Geblinddoekt voelen zij aan de bast en ze mogen er ook –ongeblinddoekt- in klimmen. De laatste dag maken zij hun eigen plek in de natuur, een stek waar zij zich helemaal thuis kunnen voelen. Op school hebben zij werkboeken om de stof te kunnen verwerken tot concrete lesstof. In het bos is er geen pen en papier.

“Het is mooi om te zien hoe kinderen hun grenzen verleggen”, vertelt Vromans. “Sommigen moeten wennen aan de vrijheid en de ruimte, maar daar komen ze wel uit. Ze ontdekken veel en leren hoe zij met natuur om moeten gaan. Het Bewaarde Land vindt plaats in vier natuurgebieden in Brabant, dat draait dankzij 130 vrijwilligers. Zij worden speciaal opgeleid tot wachters. “Binnenkort mogen we weer een aantal mensen opleiden”, zegt Vromans vergenoegd.

Dit bericht verscheen in De Dorstlezer van maart 2017.