Vlak voor de ministeriële voortgangsrapportage van november 2020, kwam het nieuw opgerichte Lerarencollectief met een zorgvuldig opgezette eigen evaluatie over passend onderwijs. De leraren vertellen op basis van een breed uitgezette en ingevulde enquête over de stand van zaken in de klas, na zes jaar passend onderwijs. Begrippen als handelingsverlegenheid, het vinden van een passende plek voor zorgleerlingen en de onder druk staande onderwijskwaliteit komen aan de orde. Een belangrijke bevinding is dat passend onderwijs nooit een eerlijke kans heeft gekregen. Het is te veel gegaan over accentverschuivingen.

Sharon Martens, een van de initiatiefnemers namens de lerarenraad van het Lerarencollectief vertelt over hun enquête: “Voordat we begonnen met het opzetten van de enquête zijn we eerst gaan onderzoeken wat er al beschikbaar was. Er is in al die jaren na de invoering van passend onderwijs enorm veel geschreven. We vroegen ons af of wij ons als leraren kunnen wij ons vinden in wat er al ligt. Want wat goed is, is goed en hoeft niet opnieuw.” Maar het viel haar op dat veel vragenlijsten die onder leraren zijn uitgezet, behoorlijk sturend waren. Een stelling als ‘door passend onderwijs heb ik meer zorgleerlingen in de klas’ is daarvan een voorbeeld. “Dit soort vragen vind ik ingewikkeld. Want hoe kun je vaststellen dat dit door passend onderwijs komt en in hoeverre heeft het een met het ander te maken?”, legt Martens uit. “Ons doel is niet om te evalueren hoe iets komt, dat maakt ons bij het opstellen van de enquête nog even niet uit. Wat we willen doen is evalueren hoe het ervoor staat met passend onderwijs. Van daaruit willen we verder kijken wat er moet gebeuren om passend onderwijs goed neer te zetten of hoe door te gaan als het goed gaat.”

“Voor een open vragenlijst geldt dat elk antwoord goed is. We willen niet sturen naar passend onderwijs werkt wel of niet”

Dat leidde tot een zo neutraal mogelijke enquête met open vragen die geen verbanden leggen. Het resultaat is in te zien via www.lerarencollectief.nl. Martens: “Voor een open vragenlijst geldt dat elk antwoord goed is. We willen niet sturen naar passend onderwijs werkt wel of niet”. De vragenlijst was in te vullen door alle leraren in het hele land. Dat is ook veelvuldig gebeurd, in twee weken tijd hebben een kleine 2.500 mensen de moeite genomen om de vragen te beantwoorden. “Vanuit de antwoorden willen wij kijken wat we adviseren richting de Tweede Kamer en het ministerie over de stand van zaken.”

De enquête bestond uit 13 vragen, waarvan een aantal sociaal-demografisch was en een aantal ging over de onderwijspraktijk. “Als we kijken naar de demografische gegevens, kunnen we stellen dat mensen uit heel het land de vragen hebben ingevuld. Ook de verdeling tussen speciaal – en basisonderwijs is mooi. Daar zijn we blij mee.”

 

Hebben we het wel over hetzelfde?

Passend onderwijs is een van de meest besproken onderwerpen in de lerarenkamer. “Wat wij van tevoren vermoedden, is dat iedereen het bij het begrip passend onderwijs niet altijd over hetzelfde heeft”, zegt Martens. “Daarom hebben we een open vraag opgenomen om dat te peilen. En het blijkt inderdaad dat passend onderwijs verschillende definities heeft bij leraren. De een heeft het eigenlijk over inclusief onderwijs, de ander heeft het over passend onderwijs zoals het bedoeld is en weer een ander heeft het over alle leerlingen in plaats van alleen de zorgleerlingen.”

Een andere open vraag was gericht op wat er goed gaat en wat er beter kan. Martens: “Daarmee willen we voorbijgaan aan alleen maar een onderbuikgevoel.”

 

Wat valt op?

Het valt meteen op dat 71 procent van de respondenten aangeeft dagelijks handelingsverlegen te zijn. “Dat valt zeker op als je meeneemt dat wij leraren over het algemeen niet zo snel aangeven dat het niet gaat. In eerdere enquêtes is eigenlijk nooit geconcludeerd dat wij ons handelingsverlegen voelen. In elk geval niet zo duidelijk”, merkt Martens op. Die handelingsverlegenheid kent overigens meerdere oorzaken. “Mensen weten soms niet hoe te handelen, of ze hebben niet genoeg tijd, ruimte of tools.”

Ook valt op dat het nog niet altijd goed lukt om een leerling een passende plek te bieden of naar een passende plek te kunnen doorverwijzen. 89 procent van de leraren geeft dat aan. “Dan heb je het niet meer over een of twee kinderen waar het niet lukt.”

De conclusie is hard, maar duidelijk: de basis is niet op orde om passend onderwijs te geven. Men wil wel, maar grote klassen, onvoldoende geld in de school zelf en het lerarentekort zijn factoren waardoor we passend onderwijs nog niet zo vorm kunnen geven als we graag zouden willen. Dat wil het Lerarencollectief met deze uitkomsten duidelijk maken.

 

Het lerarencollectief

Het lerarencollectief is een nog vrij nieuwe beweging. In december 2019 zijn kwartiermakers Jan van de Ven en Thijs Roovers vanuit POinActie de eerste stappen gaan zetten. Vanaf maart vorig jaar is het collectief officieel van start. Per 1 augustus werd de eerste lerarenraad geïnstalleerd.

Deze organisatie bestaat uit een groep, bestaande uit leraren, verspreid over Nederland en over de verschillende onderwijssecties, dat wil zeggen speciaal onderwijs, maar ook bovenbouw en onderbouw, ervaren en minder ervaren en zo allerlei achtergronden. Het voordeel daarvan is dat zij een breed veld vertegenwoordigen. Een hoofddoel is ‘het imago van de leraar opkrikken en zelf aan tafel zitten bij besluiten over de inhoud van het onderwijs’.

Martens daarover: “De leraar komt vaak negatief in het nieuws de laatste tijd vanwege stakingen en lerarentekorten. Maar we hebben allemaal hetzelfde doel als overheid, ouders, besturen, etc.: namelijk goed onderwijs geven. We lopen er tegenaan dat er veel voor ons wordt besloten, maar vaak weinig met ons. Behalve het verbeteren van het imago willen wij de leraar ook kunnen vertegenwoordigen bij besluiten over onderwijsinhoud. Voorbeelden daarvan zijn curriculum.nu, de voortgangsrapportages passend onderwijs en het nieuwe bevoegdhedenstelsel dat er aankomt. Echt invloed heeft de leraar er niet. We moeten dat samen doen.”

 

In november vond het Kamerdebat over de voortgang van passend onderwijs plaats. Er is inmiddels ook een verbeterplan gepubliceerd. “Wij hoopten met deze enquête en met ons geluid aan tafel te kunnen zitten om te praten over dat verbeterplan en hoe het verder moet. Het is niet zo dat we per se anders denken dan partijen die wel aan tafel zitten, maar we moeten het samen doen en onze achterban raadplegen. Dan wordt voorkomen dat er volgend jaar van bovenaf iets wordt gedropt dat wij allemaal mogen gaan uitvoeren. We willen daar constructief mee bezig zijn.”

 

Hetzelfde doel

Uiteindelijk heeft iedereen hetzelfde doel: goed passend onderwijs bieden, zo stelt het Lerarencollectief. Om daarmee aan de slag te gaan is er een thema-avond georganiseerd met onder meer De acht onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer, de NRO, de Onderwijsraad, vijftig leraren en vijftig ouders. Goed passend onderwijs organiseren stond hier op de agenda. “Nog voordat die thema-avond kwam, heeft het ministerie ook een afspraak met ons gemaakt. Ze wilden samen naar het verbeterplan kijken. De uitnodiging staat om mee te denken, ook in het vervolgtraject. Uiteraard hebben we daar ‘ja’ op gezegd en zitten we aan tafel.”

Daarmee lijkt een belangrijke stap gezet.

PO Magazine

Dit artikel verscheen in PO Magazine, editie februari 2021.