LEGENDE: De ogenschijnlijke rust van het Galgenveld

Het galgenveld is een merkwaardig stuk bos. Je vindt er vandaag de dag veel rustige plekken en intieme hoekjes. Duikend in de historie van dit stuk natuur komen minder rustige taferelen boven tafel: duidelijk wordt wel waar Galgelveld haar naam aan dankt.

Een galgenveld ligt vaak aan de grens van een gebied, zo ook in dit geval. Vroeger grensde het gebied behorend bij Oosterhout hier aan dat van Breda. Men stelde hier een galg op, om misdadigers aan op te hangen. Zo werden mensen die het gebied betraden geconfronteerd met de boodschap dat met de macht en het functioneren van het rechtssysteem niet te sollen viel. Mensen met kwade wil zouden hierdoor worden afgeschrikt. Hun lichaam werd door roofvogels en vossen verslonden, een eervolle begrafenis waren zij niet waard.

Na de dood van Willem van Duyvenvoorde (1353) kregen de heren van Oosterhout het recht om misdrijven te berechten en zelfs de doodstraf op te leggen. De berechting zelf gebeurde vaak op de Heuvel in Oosterhout. Het lijk werd in het bos aan de rand van het gebied nog een tijdje aan de galg gehangen, dus puur voor de voorbijgangers.

Oosterhout was trots op haar rechtssysteem. De galg werd ‘Het Geregt van Oosterhout’ genoemd.

Verhalen over berechtingen zijn er een aantal. Zo zou bijvoorbeeld Daniel van Hemstede, die al gestorven en begraven was, n vrouw en kind hebben vermoord. Hij werd daarom op het kerkhof opgegraven en herbegraven onder de galg. Als symbool voor de vermoorde vrouw en kind werden er aan de galg een grote en een kleine ‘clippel’ (knuppel) gehangen. Cornelis Willem Mercus zou een halve eeuw later ook zijn vrouw hebben omgebracht. Niemand wist dat, totdat hij in een herberg zijn mond voorbijpraatte, zodat ook hij zijn straf niet ontliep. Ook had gaan er verhalen de rondte dat er ter plaatse van de galg een ketelaar of ketellapper verbrand is.

Oosterhout was trots op haar rechtssysteem. De galg werd ‘Het Geregt van Oosterhout’ genoemd.

Het Geregt van Oosterhout heeft bestaan tot net na het jaar 1800. In 1803 ging de rechtspraak definitief over naar wat nu de rechtbank is in Breda. Pas toen is ook de galg verdwenen.

Wie het verhaal nog rustig na wil lezen, in het bos ten oosten van industrieterrein De Vijf Eiken, staat een drietal galgen opgesteld ter nagedachtenis aan de eeuwen van berechting in ons huidige bosgebied. Het ligt naast de Vijf Eikenweg, waar vroeger veel verkeer richting Oosterhout passeerde. Het zou een logische plek zijn voor een galg, maar of hij daar ook heeft gestaan is niet precies bekend. In de loop der eeuwen is de plaats van de galg veranderd van de locatie nabij Teteringen en de Hei, naar de Duiventoren.

Dorstlezer

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer van januari 2021.

Wandelen in de bossen? Bekijk hoe druk het is met de druktemeter

Als je graag even een luchtje wil scheppen in de bossen is dat natuurlijk mogelijk. Maar hoeveel mensen kwamen op hetzelfde idee? Dat is nu relatief goed in te schatten met de ontwikkeling van de ‘druktemeter’. Op de website van Visit Brabant (www.visitbrabant.com) is deze te vinden. Dus je kunt nu kiezen wanneer het voor jou rustig genoeg is om te gaan wandelen en ook waar je gaat wandelen.

De druktemeter is een gezamenlijk initiatief Visit Brabant, Staatsbosbeheer en Brabants Landschap. Op een kaart is de actuele drukte in de natuurgebieden, waaronder die van Dorst, te zien. De Druktemeter toont een indicatie van drukte, gebaseerd op meldingen van natuurorganisaties en bezoekers. Zeker in weekenden met mooi weer kan de drukte snel veranderen. De website waarschuwt er dus voor om ook vooral zelf goed uit te blijven kijken.

De drukte is uitgedrukt in groen (rustig), oranje (het is aan de drukke kant of drukte wordt verwacht, overweeg elders naartoe te gaan) en rood (het is te druk). Er wordt overigens onderscheid gemaakt tussen wandelen, fietsen en ruiteren. Uiteraard kan daar wat verschil zitten in de mogelijkheden.

De pagina met de druktemeter geeft in het algemeen wat tips om op te letten als je even van de buitenlucht wil genieten. Ga bijvoorbeeld bij voorkeur niet op pad tussen 11.00 en 15.00 uur, houd afstand tot elkaar en laat de auto thuis. Dat scheelt ook drukte op de parkeerplaatsen.

Zelf drukte melden?

De druktemeter maakt op basis van meerdere bronnen een indicatie van de drukte. Een van die bronnen is de melding die bezoekers zelf maken. Is het ergens te druk of juist rustiger dan aangegeven? Dan kun je dat laten weten aan Visit Brabant, via het adres https://www.visitbrabant.com/nl/routes/drukte-melden. Dat kan anderen weer helpen bij het maken van een keuze om wel of niet op een bepaalde plek van de natuur te gaan genieten.

Dorstlezer

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer van januari 2021.

De Dorstse bossen: mens natuur en indistrie

Met ruim 1200 hectare aan uitgestrekte bossen heeft ons dorp een mooie groene mantel aan de noordkant en bestaat het grootste gedeelte van ons dorpsoppervlak uit schitterende natuur. Schitterend, niet in de laatste plaats vanwege de gevarieerdheid van het gebied. In de loop der eeuwen is er veel gebeurd. Te veel om op te noemen in een luttel stuk. Toch proberen we je mee te nemen en enkele opvallende feiten en gebeurtenissen kort uit te lichten.

Kenmerkend aan ons gebied is de leem. Toen Brabant Water ging boren voor de waterleidingen, bleek dat er op ongeveer 125 meter diep een schelpenbank in de grond zit. Dat duidt erop dat het vroeger, waarschijnlijk miljoenen jaren geleden, strand is geweest. Die leem onthult ook de vroegere aanwezigheid van water.

Bij de moerputten (in de buurt van Baarschot) zijn resten van jagers gevonden, die er in een moerassig gebied hebben geleefd. Waaraan Dorst haar naam dankt is niet helemaal bekend, maar een van de lezingen gaat over het moeras rondom Dorst. Vroeger werd de plaats Dorsten genoemd, dat gezien wordt als een samenvoeging van Den Horsten. En dat verwijst weer naar moerassig gebied. Dat er al lang, ver voor Christus, mensen in ons mooie gebied woonden is niet alleen duidelijk aan de vele vondsten die werden gedaan. Ook een heleboel mythen gaan doen er de rondte.

De bekendste sagen stammen uit de middeleeuwen, rondom de adellijke families die in dit gebied leefden. Familie van Duyvenvoorde -een schatrijke bastaardzoon- is een bekende. Het bos De Duiventoren dankt er zijn naam aan. Midden in De Duiventoren ligt een open stuk, waar het voormalige kasteel heeft gestaan. De ‘grachten’ doen er nog aan denken. Na de dood van de goede heer Van Duyvenvoorde viel het kasteel in handen van zijn kwaadaardige zoon. Het schijnt dat zijn geest nog altijd rondwaart in de gracht. Wie het water betreedt, zal worden meegezogen in zijn wreedheid. Deze familie heeft veel invloed gehad, niet in de laatste plaats in het bosgebied. ‘De Keeten’ aan de Oude Bredase baan verwijst naar de houten paardenstallen.

Bij de verbouw van de kampeerboerderij De Eekhoorn, is een middeleeuwse kruik gevonden. Het opschrijft vertelt ons dat de kruik uit Duitsland afkomstig is. Er zijn in ons land meerdere van deze kruiken opgedoken, maar de legende zegt dat zo’n kruik voor de voordeur alle heidenen verjaagt.

Het bos zelf is gevormd door oude moerassen en door de mens. Karakteristiek zijn de zandverstuivingen die her en der voorkomen en de buurtschappen Steenoven en Seters. Deels zijn die ontgonnen voor landbouw of, vaker nog, voor het uitsteken van leem voor de voormalige steenfabrieken in Dorst en later Vijf Eiken. Een deel van de zandvalktes bij Seters zijn kaal gekapt door Prins Frederik, de tweede zoon van de latere koning Willem I. Hij wilde het gebied begaanbaarder maken. Een deel van de bossen heten niet voor Frederiksbossen. Momenteel heb je er een prachtig uitzicht en leent ze berg zich goed om in te spelen.

In de prehistorie is het gebied Het Moerken bewoond geweest. In de loop der eeuwen is het vervallen tot moeras. Later werd er turf gestoken. Momenteel heeft Staatsbosbeheer het gebied geprobeerd te herstellen, waaronder het terugbrengen van de moerputten.

 

Recreatie

Het bos is dus in de loop van de eeuwen voor veel doeleinden gebruikt. Begin 18e eeuw bijvoorbeeld ook voor militaire oefeningen, wat we ons misschien nu in het cadettenkamp nog kunnen voorstellen.

Pakweg de laatste eeuw is het bos vooral door Staatsbosbeheer beheerd. Vanaf 1899 bestond het bos vooral uit grove den. Jarenlang is het gebied veel gebruikt voor de houtproductie. In de jaren ’70 nam de grootschalige recreatie toe. Momenteel is daar vooral sprake van. Het beheren van de bossen is minder gefocust op de productie van hout, wat de variëteit en de speelsheid van het bos ten goede komt.

Momenteel wordt er volop gewandeld, gefietst, geruiterd, gemoutnainbiket, gevist, gefilosofeerd, geschreven, gegeten en gedronken, gefotografeerd, etc…. maar niet meer gezwommen.

 

Surae

De meest bekende en bewust opgezette recreatieve is uiteraard Surae, dat in 1927 haar deuren openden met een ‘kuitenbad’. Het bestond uit twee baden die simpel met rietmatten gescheiden waren. Aan de wieg van de opzet stond de Bredase zwemleraar Kuit. Hij heeft de zwemgelegenheid tot ontwikkeling gebracht. Hij heeft er tot 1957 leiding gegeven. Surae dankt zijn naam aan hem: ‘kuit’ als deel van het been luidt in het Latijn ‘sua’ en van dit woord heeft men de Latijnse meervoudsvorm ‘surae’ gekozen. Momenteel is het recreatieve bad als zwemwater gesloten en teruggegeven aan de natuur.

 

Rupsen

Zo nu en dan grijpt de natuur een beetje in. Een recent voorbeeld stamt uit 1994. Het bos werd geplaagd door miljoenen rupsen. Het waren geen eikenprocessierupsen, maar zigeunermotten. Grote delen van het bos werden in zeer korte tijd kaalgevreten. Er was geen stofzuiger met voldoende zuigkracht om de constante toestroom van de kleine wormige beesten een halt toe te roepen. Foto’s van deze ‘auto met rupsbanden’ van de familie Geurts haalde zelfs de Telegraaf van 20 juni 1994.

Er zal (hopelijk) altijd een harmonieus samenspel blijven tussen de ontwikkeling van natuur, recreatie en ‘industrie’. Dat houdt het bos levendig en bij de tijd.

Verdwaald in de natuur? Zo kom je thuis

De natuurgebieden om ons heen zijn uitgestrekt. Stel nu dat je op een dag zó enthousiast aan het wandelen bent, dat je de weg terug niet meer weet en je telefoon met een kaartenapp daarop ook nog eens leeg is, wat dan? Het boek De natuur als kompasvan de Britse wandelaar en navigatie-expert Tristan Gooley kan je helpen met bomen, vogels, de zon en het weer.

Er is al veel op te maken aan de stand van de zon. De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. In het midden van de dag staat de zon dus in het zuiden, je schaduw wijst dan dus naar het noorden. Op die manier kun je ongeveer bepalen welke richting je verder moet.

Wanneer het donker is kan de maan je op weg helpen. Wanneer je de maan ziet, trek je vanaf de bovenste punt (zowel bij een halve als bij een volle maan) een rechte lijn naar beneden. Daar is, in Europa althans, ongeveer het zuiden. Dat geldt op elk tijdstip van de nacht. Als je geen maan ziet kunnen de sterren wellicht helpen. Zoek daarvoor de steelpan, ook wel grote beer genoemd. Wanneer je de afstand tussen de laatste twee sterren vijf keer doortrekt zie je de poolster (polaris). Die staat pal in het noorden.

Is het donker en/of bewolkt, waardoor je dus geen sterren, geen maan en geen zon ziet: laat de natuur om je heen de weg wijzen. Bomen bijvoorbeeld, hebben in principe de meeste en grootste takken aan de zuidkant. Dat is de zonkant en aan die kant is dus het meeste zonnewarmte op te halen. Ook beschermen bomen hun stam aan die kanten het meest. De takken aan de noordkant groeien meer verticaal, omdat ze hopen bovenaan nog een beetje zonlicht op te kunnen pikken. De toppen wijzen naar de richting waar de meeste wind vandaan komt, dat is het zuidwesten.

Zelfs het weer kan je hints geven. Vaak waaien de wolken urenlang in dezelfde richting. Let dus voordat je het bos ingaat, waar de wolken naartoe waaien. Bovendien stapelen ze zich vaak op boven dorpen en steden, dat kan ook een hint zijn. En mocht de wind toch draaien, zoek dan een combinatie van bovenstaande factoren om zeker te weten dat je goed zit.

Op naar een onbezorgde wandeltocht door het herfstbos. Want verdwalen is er niet meer bij.

Opnieuw droogte in de bossen

Waar de natuur (wij wel) in de winter niet te klagen heeft gehad over de hoeveelheid gevallen water, is het nu al weer weken zo goed als droog. Aan de bomen zie je dat niet zo goed in deze tijd. Die halen hun water van wat dieper en zijn als het goed is sterk genoeg om gewoon te ontkiemen. Hun tijd komt nog wel, als deze droogte aanhoudt.

 

Grassen, bloemen en kleinere planten hebben wel te klagen over de droge gronden. Het groeit minder snel en wie goed kijkt ziet soms als verdorring optreden. Dit wordt sterker als het nog even zo droog blijft. De meeste dieren hebben het voorlopig nog wel even goed. Zeker zolang ze veel minder last hebben van een heleboel rustverstoorders, nu de mensenwereld geteisterd wordt door het Coronavirus. Als erfenis uit de winter hebben de poelen in de omgeving hebben nog water. Al daalt het waterpeil met rasse schreden. Het waterschap schijnt na te denken over een verhoging van het grondwaterpeil, maar uiteindelijk is regenwater uit de lucht nodig.

 

Wist je overigens dat jij kunt bijdragen aan dit streven? Haal een paar tegels uit je tuin en plant of zaai er wat groen voor terug. De grond zal het water ook in jouw tuin absorberen, in plaats van afvoeren naar het riool. Zo kan ook jij een steentje bijdragen.

 

Hopelijk is bij het verschijnen van De Dorstlezer de coronatijd al zoveel mogelijk vaarwel gezegd en kunnen we weer volop genieten van de mooie natuur in onze omgeving. Maar let een beetje op de droogte en de bewoners. Gooi geen peuken zomaar weg en bedenk dat de vogels aan een rustig voorjaar zijn gewend en hun nesten tot 1 juli gebruiken om hun nakomelingen uit te broeden. Daarin worden ze niet graag gestoord.

 

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer, editie 3, 2020.

Dorstlezer – Herfst in het bos

Herfst: Paddenstoelen

Het kan tot de eerste serieuze vorst zijn intrede doet een mooi festijn zijn: de paddenstoelen in het bos. Dit jaar zijn ze er weer, in allerlei soorten en maten. Het hele bos zit er vol mee. Vorig jaar hebben we er relatief weinig kunnen zien, maar de toch wel aaÍrdige hoeveelheid neerslag aan het begin van deze herfst heeft ervoor gezorgd dat we er dit jaar volop van kunnen genieten.

Sterker: onze bossen staan zelfs bekend om hun rijke paddenstoelenschare. Elfenbankjes, stuifzwammen, boleten en nog veel meer paddenstoelen in heel veel verschillende kleuren zijn volop waar te nemen. Zeker wanneer er een paar fikse regenbuien zijn gevallen de dagen ervoor. Omdat ons bos zo gevarieerd is, komen er veel verschillende soorten voor.

Paddenstoelen zijn eigenlijk schimmels en zijn een echt herfstverschijnsel, de rest van het jaar zie je er geen of in elk geval minder. Dat komt omdat ze gebonden zijn aan bepaalde grondsoorten in combinatie met de vruchten van bomensoorten en typen planten in de buurt. Ze komen vaak voor op nat, dood hout, waar ze genoeg vruchten uit ophalen. Maar ook op andere plekken in het bos groeien ze. De vele bladeren die de bomen in deze tijd laten vallen vormen een voedingsbron, om nog maar te zwijgen van eventuele vruchten die er van de planten en de bomen vallen. Door het droge weer van vorig jaar, waren er toen minder waar te nemen.

Kortom, tijd voor een frisse herfstwandeling zolang Koning Winter zich nog niet laat zien. En mocht je paddenstoelen goed willen bekijken: neem dan een klein spiegeltje mee. Als je dat onder de paddenstoel houdt, kan je hem ook van de onderkant bekijken, dat levert vaak mooie plaatjes op. En als je ook nog een loepje of vergrootglas meeneemt, gaan er onbekende maar wondere werelden open.

Het is weer broedseizoen

In mei….. juist, het bos zit weer vol met broedende vogels. Dat duurt ongeveer tot halverwege juli, daarna zijn de jonkies uitgevlogen en is het vogelleven weer helemaal de oude. Tot die tijd is er een hoop gekwetter en een schichtig heen en weer gevlieg tussen de (beschutte) nesten.

Buizerd in het broedseizoen

Maar wees ook op je hoede. Niet alleen de merel, zwaluw en andere kleine vogels brengen in deze periode hun kroost groot. Dat geldt ook voor menig uil of buizerd. In de buurt van het Cadettenkamp in de buurt zijn al meldingen van nestelende buizerds.

Als hun jonkies uitkomen willen deze grote, veel voorkomende roofvogels graag rust. Als wandelaars, fietsers of mensen met hond per ongeluk te dicht in de buurt komt, kan de buizerd uit zelfverdediging toeslaan. Hij zal dan soms een flinke tik kunnen uitdelen.

Buizerds zijn veel voorkomende vogels in Nederland en zeker ook in onze streek. Ze kunnen groot zijn en zijn vaak te herkennen aan hun witte borst. Niet elke buizerd valt aan als je in de buurt van zijn nest komt, maar sommigen doen dit wel. Het is een soort territoriaal gedrag.

Buizerds die dit wel doen, doen dit dus puur uit bescherming voor hun kuikens. Dit duurt een periode van ongeveer zes weken, dus ongeveer media juli ben je er weer vanaf.

 

Wat doe je ertegen?

Zo’n voorval is misschien minder eng dan het klinkt. Hij zal je nooit als prooi behandelen, maar je alleen willen verjagen. Dit kun je verhelpen door bijvoorbeeld een paraplu mee te nemen. Deze hoef je niet eens uit te klappen, omhoog steken is vaak al voldoende om genoeg afstand te bewaren. In dat geval kom je met een stok uit het bos ook al heel ver.

Weten hoe het eruit ziet? Er zijn op YouTube meerdere video’s over te vinden.

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer van mei 2019.

Nieuws uit het bos: De winter voorbij

De winter heeft al plaatsgemaakt voor de eerste lentezon. Na een droge zomer is er eigenlijk nog steeds te weinig neerslag om de grondwaterstanden op peil te krijgen. Natuurbeheer en de waterschappen proberen dit zo goed mogelijk te regelen. Het is toch een beetje spannend hoezeer de natuur in de bossen geleden heeft onder de droogte van de afgelopen twaalf maanden.

Dat gaan we de komende maanden zien. De komende maanden zal opvallen dat sommige bomen en struiken het lastig hebben of het zelfs helemaal niet hebben gered. Aan andere planten zal weinig te zien zijn. Hoeveel schade er is en waar deze precies te zien zal zijn is zo aan het einde van de winter vaak nog lastig te zeggen. Maar vanaf nu wordt het tijd om goed rond te kijken. Overigens speelt het weer van de komende maanden ook een grote rol. Het moet niet te droog worden, maar ook niet te koud.

Ook voor Staatsbosbeheer is het einde van de winter ingetreden. Her en der is sinds begin februari al veel gekapt. Dit jaar zijn vooral de Seterse Bergen en De Vijftig Bunder aan de beurt voor groot onderhoud.

En dat groot onderhoud kan er rigoureus uitzien. Het doel is vooral om ruimte te scheppen voor de bomen, om op termijn een divers bos te creëren. “Het doel van de werkzaamheden is om bomen te verwijderen om licht en ruimte te maken voor bestaande bomen die dan dikker kunnen worden. Door meer licht en ruimte te creëren krijgen jonge bomen de kans om te ontkiemen, dit komt de variatie van het bos ten goede. De werkzaamheden vallen onder regulier beheer dat noodzakelijk is om het bos toekomstbestendig te houden. Bos blijft Bos”, legt boswachter Floris Hoefakker uit.

Hoe heftig de kap er soms ook uitziet, Staatsbosbeheer houdt de schuilplaatsen van dieren, hoe klein ook, zorgvuldig in de gaten. Het bos blijft een multifunctioneel karakter hebben. Dat wil zeggen dat recreatie, landschap, cultuurhistorie, natuur en duurzame houtproductie allemaal plaatsvindt. Het hout komt terecht in Nederland en de opbrengst wordt weer gebruikt voor het bosbeheer.

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer van maart 2019.

Staatsbosbeheer vindt bossen Dorst te druk

De bossen in West-Brabant, dus ook die in Dorst, zijn te druk volgens Staatsbosbeheer. Wandelaars, hardlopers, hondenbaasjes, fietsers, mountainbikers en zelfs uitlaatservices maken gebruik van de ruimte in de bossen. Het bos zou overvol zijn.

Om de drukte te temperen is de hondenuitlaatservice de gebeten hond. Vanaf 1 januari mogen zij met minder dieren tegelijk de bossen in. Bovendien betalen ze nu een bedrag om überhaupt van de openbare bossen gebruik te mogen maken van hun diensten. Zij tekenen hiervoor een gebruikersovereenkomst. Deze hebben zij nodig om met de honden van hun klanten de bossen te betreden. Het bedrag dat de bedrijven betalen varieert van 60 tot 90 cent per hond per bezoek. Het aantal honden dat tegelijk met een baasje het bos in macht is gesteld op acht.

Juist de groepen honden zijn de klos, omdat zij de meest storende factor zijn in de leefgebieden van de dieren die in het bos zijn. ‘Gasten’ moeten daarmee rekening houden. Bovendien neemt het aantal uitlaatservices in rap tempo toe. En niet elk baasje houdt even veel rekening met de bewoners van de bossen.

Hondenuitlaatservices hoeven overigens nog niet meteen te voldoen aan de nieuwe eisen. Staatsbosbeheer heeft hiervoor een coulanceregeling getroffen. Het moet ook voor de bedrijven die van het bos gebruikmaken wel te organiseren zijn. Ze krijgen een jaar de tijd om de ‘groepsgrootte’ te laten slinken.

Boswachters signaleren overigens niet alleen overdag drukte. Ook allerlei nachtelijke escapades van droppings tot aan illegale feestjes verstoren het bosleven geregeld. Of mountainbikers die met felle lampen op hun fiets in de avond door de bossen crossen. De uitlaatservicevergunningen moeten er in elk geval voor gaan zorgen dat de drukte wordt gespreid over de dag. Er is geen spitsuur meer. Wel wil Staatsbosbeheer de bossen tot een algemeen goed houden: ‘er kan nog steeds heel veel, alleen het leven moet niet teveel worden verstoord.’

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer – Januari 2019

Dorstlezer: Langverwacht fietspad Dorst gaat er komen

Na lang getouwtrek in de gemeente lijkt het nu onafwendbaar dat er een fietspad wordt aangelegd tussen Oosterhout-Zuid en Dorst. Dit pad is gepland langs de Hoevestraat en de Wethouder van Dijklaan. Deze wegen worden een stuk veiliger voor de fietsende Nederlander. Volgens deze plannen start de aanleg al begin 2018.

Zo’n veertig jaar probeert Dorst al overeenstemming te krijgen over het verloop. De gemeenteraad bleek uiteindelijk in oktober bereid om goedkeuring te geven aan de plannen. De uitslag van 28 stemmen voor en een tegen geeft het beeld van een brede steun. Die is er niet zonder blikken of blozen gekomen.

De weg wordt veiliger omdat het fietspad vrij komt te liggen van de autobaan. Voor de lezer die de huidige weg niet kent: er ligt nu een smalle strook met een stippellijn op de autobaan. Hiervan is de toegestane snelheid 60 kilometer per uur. En er rijdt veel verkeer. Tellingen zeggen dat er dagelijks ongeveer 300 auto’s voorbijkomen. Dat zou gevaarlijke situaties opleveren. En dat wordt niet met halve maatregelen aangepakt. Als er een fietspad komt, dan meteen een forse van 3,5 meter. De kostenramingen van de plannen komen uit op ongeveer 1,25 miljoen euro. Bij de aansluiting aan de Burgemeester De Materlaan in Oosterhout wordt het pad ingepast in de bestaande verkeerssituatie bij het viaduct over de A27.

Kritiek was er wel vanuit de natuurliefhebber. Om een vrije strook te maken gaan we onvermijdelijk bomen tegen de vlakte. Deze natuur moet gecompenseerd worden. Ook de verlichting zou de fauna aantasten. De meeste vraagtekens werden gezet bij de veiligheid. Er zouden te scherpe bochten in de fietspadplannen zitten en er moet nog een mauw gepast worden aan de oplossingen in de kruising bij de Hoevestraat en de Wethouder van Dijklaan. Maar een ding is zeker: er kan binnenkort veilig naar Oosterhout heen en weer worden gefietst.



Dorstlezer

Dit artikel verscheen in De Dorstlezer, editie 5 van 2018.